Je bent niet de eerste die:

– Bij het naar bed gaan in het donker keihard zijn of haar teen stoot, omdat je zeker geen licht aan doet. Als je kind wakker wordt ben je daar zo uren zoet mee.
– Geen bezoek uitnodigt thuis als de kinderen wakker zijn, want ongestoord praten en de kinderen zelf laten spelen lukt niet.
– Zich continu politieagent voelt, omdat je de hele tijd ruzies tussen de kinderen op moet lossen.

En ondertussen heb je dat ontevreden gevoel dat het toch beter moet kunnen, maar hoe dan?

πŸ’œ Laten we eerst eens kijken naar de basis. Weet je kind wat er van hem of haar verwacht wordt? Goed gedrag moet slijten zei ooit eens een moeder van vier kinderen tegen mij. Niemand weet en kan in 1 keer doen wat er verwacht wordt. En daar had ze een punt. Het is dan ook handig om van te voren afspraken te maken over hoe je kinderen gaan spelen en wanneer jullie weer wat anders gaan doen. Dus in plaats van corrigeren en achteraf vertellen hoe het had gemoeten, ga je vooraf afspreken wat de regels zijn. Bijvoorbeeld, je gaat zometeen 15 minuten zelf spelen en ik ga even een telefoontje plegen. Daarna kom ik bij je kijken en doe ik een spelletje met jou.

πŸ’™ Maak het niet te ingewikkeld. Maak dus 1 verandering tegelijk en kies eerst iets kleins. Als dit lukt, heb je samen een succes en het is makkelijker om vanuit succes te groeien.

πŸ’œ Het is verleidelijk om te benoemen wat niet mag, maar het brein doet niet zoveel met het woordje niet. Draai het om en zeg wat je wel wilt zien. Bijvoorbeeld in plaats van een we gaan niet met dingen gooien, zeg je. Speelgoed waar je klaar mee bent leg je rustig in de mand. Zo is de regel positief.

πŸ’™ Jij bent het voorbeeld voor je kind. Als jij erop vertrouwd dat het goed gaat, straal je dat uit en zal het ook sneller goed gaan. Laat dit ook zien, door er niet te dicht bovenop te zitten en tegelijk, ga ook niet te ver uit de buurt, zodat het lijkt of het je niet interesseert, want dan denkt je kind dat de regel er niet toe doet.

negatieve sfeer ombuigen naar positieve sfeer

πŸ’œ Neem het probleem van je kind serieus. Wat je kind voelt en vindt mag er zijn. Maar hoe je daar mee omgaat is een ander verhaal. Je kind wil bijvoorbeeld zijn nieuwe speelgoed niet delen met een broertje en gaat slaan. Je kunt dan aansluiten bij je kind door te zeggen dat je begrijpt dat hij eerst zelf wil spelen met het nieuwe speelgoed. Daarna vertel je hoe je dat op een goede manier regelt. Je kunt het zeggen, afspreken wanneer wel, een ander spelletje gaan doen samen of hulp vragen.

πŸ’™ Neem de leiding. Je kunt niet iedereen altijd in alles geven wat de ander wil Β Je zult per situatie kiezen. Jij hebt het overzicht en dat kan je kind nog niet en dat hoeft ook niet. Dus de ene keer zal je kind kunnen doen wat het wil en de andere keer niet. Dan moet het bijvoorbeeld mee boodschappen doen, omdat jullie anders geen eten hebben. Zo mag er in een gezin voor iedereen ruimte zijn en dat betekent dat je mag leren om je aanΒ te passen als dat nodig is. In dit geval kun je wel van te voren vertellen dat jullie nog naar de supermarkt moeten en waarschuw tien minuten voordat je gaat, zodat je kind zijn of haar spel af kan ronden,

πŸ’œ Ontspan genoeg en gebruik humor om je kind de weg te wijzen. Als het goed met jou gaat, zal je kind ook beter in zijn of haar vel zitten.

πŸ’™Β Voor sommige kinderen is het super belangrijk om te weten waarom iets moet of anders moet. Leg dit dan kort uit.

 
Het allerbelangrijkste is het besef dat jij kan beslissen hoe jij de sfeer wilt hebben. Jij zet de sfeer neer. Dus als jij gespannen bent, bijvoorbeeld omdat je het perfect wilt doen of omdat je meegaat in de onrust van je kind en zelf ook onrustig wordt. Dan is het moeilijk om de sfeer om te buigen. Zorg dus goed voor jezelf en vraag hulp als je dit nodig hebt. Iedereen verdient het om het thuis goed te hebben.

 
Warme groet, Dieneke